Standvastig betekent onwrikbaar, onwankelbaar, onverzettelijk, hardnekkig, vasthoudend, volhardend. Je kunt ook zeggen dat je koppig volhoudt met waar je aan begonnen bent.
Dat doen we vaak ook in het gebed. We blijven bidden voor dingen. Dat is heel mooi. Waar we voor uit moeten kijken, is dat we niet lauw worden. Ook in ons gebed kan dat. We bidden dan op de automatische piloot voor alles. Ik vergeet nooit de opmerking van Martin Brand. Zijn grootouders hadden twintig jaar gebeden dat Martin tot geloof zou komen. Toen hij voor hun deur stond om te vertellen dat hij Jezus had leren kennen, waren ze stomverbaasd. Waarop híj weer stomverbaasd was. Ze hadden er immers voor gebeden in geloof? Waarom dan nu verbaasd zijn als hun gebed verhoord wordt?
Ik merk dat zelf met mijn eigen gebed. Zal ik ook stomverbaasd zijn als ik ineens op een ochtend genezen ben? Als enkele familieleden tot geloof komen? Ik heb het zien gebeuren, dus ik weet uit ervaring dat het kan. Maar blijf ik standvastig en onwankelbaar? Wil ik het met heel mijn hart en ziel? Heb ik er echt mijn zin op gezet? Is het nog stééds zo enorm belangrijk? Blijf ik koppig doorgaan met dezelfde passie? Of geloof ik het allemaal zo langzamerhand wel en ben ik lauw geworden?
Er zijn twee mooie Bijbelverzen hierover.
1Cor.15:58, Gilbert noemde dat al bij de bekendmaking van dit thema. Wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer. Hou vast aan het geloof dat de doden zullen opstaan en blijf vertrouwen op de macht van God.
Johannes 15:7, in het stuk van de wijnstok en de ranken. Jullie moeten dus met Mij verbonden blijven en naar Mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. Ook hier zegt Jezus dat we in Hem moeten blijven. Zonder dat gaat het niet. Als we met Jezus verbonden blijven en naar Zijn woorden luisteren, zal alles wat we vragen, gebeuren.
Dat lijkt op Disney World. Abracadabra en hup het is er! Maar er staan enkele dingen bij als voorwaarden. We dienen in Jezus te blijven en Zijn woorden dienen in ons te blijven. In 1 Cor 15:58 wordt dat benoemd als je altijd volledig inzetten voor het werk van de Heer, vasthouden aan het geloof en blijven vertrouwen op de macht van God. Die relatie, met het vertrouwen, moet wel aanwezig zijn als we dingen vragen.
Maar er staat nog meer. We mogen vragen wat we maar willen! Kennen we de betekenis van ‘willen’ nog? Ook in ‘willen’ zijn gradaties. Sommige dingen wil ik wel, maar ik kan ook zonder. Andere dingen wil ik heel graag, maar ontbreekt het me aan vertrouwen op de macht van God. Ik hou wel vast aan mijn geloof in God, maar vergeet af en toe Zijn almacht. Ik verklein Hem tot mijn eigen niveau. Enkele dingen wil ik zó ontzetten graag, ik ben dan werkelijk helemaal de kluts kwijt en kan alleen nog maar huilen, schreeuwen, worstelen in mijn gebed. Er zijn enkele dingen in mijn leven, vroeger en nu, waarom ik huil als een gewond beest. Zó intens verdrietig en zó vastklampend aan de enige die me nog kan helpen.
Er is een verhaal over een coach die zijn cliënt duidelijk wilde maken hoe intens ‘willen’ kan zijn. En hoe weinig dat maar voorkomt in ons leven. De coach duwde zijn cliënt met zijn hoofd in het water van een fontein. De eerste tellen waren rustig voor allebei. De cliënt dacht dat het zo wel over zou zijn. Maar naarmate de tijd verstreek, werd de cliënt steeds benauwder en onrustiger. Hij ging slaan en schoppen om maar weer boven water te komen en adem te kunnen halen. Hij was wanhopig geworden! Zijn wil om lucht te krijgen, werd zó intens dat het alles overheerste. Daar was niets lauws meer aan. “Don’t try this at home!” trouwens.
Dat is de valkuil als we bidden “Uw wil geschiede” of “Als het Uw wil is, mag dit of dat dan gebeuren”. Dat klinkt dan heel vroom en christelijk. We hebben altijd geleerd dat het niet gaat om ónze wil, maar om die van God. En dat is natuurlijk ook zo. Maar hoe sterk willen we iets? Zijn we nog tot in onze ingewanden bewogen om wat er mis gaat? Is er nog sprake van “splangizomai”? Creperen we van de pijn om wat er mis gaat?
Of hebben we er alleen een naar gevoel over, vinden we het verstandelijk eigenlijk niet kunnen?
Of schrééuwt onze wil het uit naar God? Zijn we wanhopig om de situatie? Slaan en trappen we om eruit te komen? Zetten we onze hele wil achter ons gebed? Is ons willen zo intens als dat van de man die denkt te verdrinken? Verslappen we na een tijd of blijven we standvastig? Blijven we onwrikbaar, onwankelbaar, onverzettelijk, hardnekkig, vasthoudend, volhardend? Blijven we koppig volhouden met waar we aan begonnen zijn in ons gebed? De grootouders van Martin Brand bleven volhouden in hun gebed, al dan niet nog net zo koppig als in het begin. Veel mensen komen tot geloof door een biddende oma of opa. De grootste bergen zijn verzet door standvastig gebed.
Standvastig zijn is dus zo gek nog niet. Het is geen abracadabra. Maar onze wil kan grote veranderingen teweeg brengen omdat God in beweging komt door ons gebed.