Kerstmis: het initiatief gaat steeds van God uit.
Over enkele weken vieren we weer Kerstmis. We vieren de geboorte van Jezus, de Zoon van God. Het initiatief van deze geboorte gaat volledig van God uit. God belooft reeds honderden jaren van tevoren de komst van de Messias. Daar kunnen en hoeven de mensen niets aan te doen. God bepaalt de tijd. God nadert tot de mensen die Hij wil gebruiken voor de komst en bekendmaking van Zijn Zoon. Zacharias kan Gods belofte van een zoon niet geloven. Hij vraagt zich hardop af hoe dit nu nog mogelijk zou zijn, op zijn en Elisabeths leeftijd. Maria komt in een lastig parket door de belofte van God. Hier in de wereld is het niet gemakkelijk, maar het was ronduit onmogelijk in haar tijd, om een jonge ongehuwde moeder te zijn. Ze gehoorzaamt echter onmiddellijk als God haar verzekert dat Hij het initiatief houdt en de Heilige Geest over haar zal komen. Maria zet haar relatie met Jozef op het spel en haar hele bestaanszekerheid om Gods belofte uit te laten komen. God benadert ook Jozef, zodat beiden het kind zullen gaan opvoeden. Zo regelt God alles voor de geboorte en opvoeding van Zijn Zoon. Hiervoor is het 400 jaar stil geweest. De laatste grote profeet leefde 400 jaar voor de geboorte van Jezus. Het initiatief in dit alles ligt volledig bij God.
Dit is niets nieuws. Bij de schepping gaat het hele initiatief van God uit. God schept de aarde en de mens. In Genesis 1 wordt alles geschapen nadat God spreekt. De Heer vormt de mens in Genesis 2 uit het stof van de aardbodem en blaast deze nog niet levende mens Zijn levensadem in de neusgaten waardoor de mens tot een levend wezen wordt. De mens speelt hier geen enkele actieve rol in.
Het verbond tussen God en Abram (voordat hij Abraham ging heten) in Genesis 15 is ook de moeite waard om eens van dichtbij te bekijken. God stelt zich voor aan Abram als de Heer die Abram uit Ur der Chaldeeën heeft geleid om hem dit land te geven om het in bezit te hebben. Als een echt mens vraagt Abram: Heer, Heer waardoor zal ik weten dat ik het in bezit zal krijgen? God geeft Abram zekerheid door een verbond aan te gaan met hem. Abram haalt dieren, snijdt de grote dieren doormidden en legt de stukken tegenover elkaar. Bij het snijden van een verbond (zoals het in het Hebreeuws heet) gaan dan de twee partners tussen de stukken door en sluiten daarmee het verbond. In dit geval echter, valt Abram in een diepe slaap en gaat God alléén tussen de stukken door. Als de zon ondergaat en het donker wordt, gaat er een rokende oven en een brandende fakkel tussen de stukken door. God zelf sluit een verbond met de slapende mens Abram. Bij dit verbond belooft God dat Abram het land Israël in bezit zal krijgen over 400 jaar als de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten vol is. Abram is hier, nadat hij de dieren doormidden heeft gesneden, volkomen passief in een diepe slaap.
Wanneer God opnieuw een verbond sluit met Abram, waarbij hij de nieuwe naam Abraham krijgt, belooft God hem een zoon. De reactie van Abram is: hij lacht! Hij houdt zich wel aan wat God vraagt als zijn kant van het verbond. Abraham en alle andere jongens en mannen worden besneden als teken van het verbond. Maar de belofte van een zoon gaat er op Abrahams leeftijd niet meer in. Wanneer God kort daarna terugkeert en ook Sara hoort van de belofte, lacht zij in zichzelf. Toch gebeurt wat God belooft. Izaäk wordt geboren en met Izaäk creëert God een heel nieuw volk, het volk van Israël (de naam die Izaäks zoon Jacob later krijgt van God). Alle initiatief gaat van God uit.
En aan het eind van de geschiedenis gaat in Openbaring 21 en 22 wederom het initiatief van God uit. Johannes ziet de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel. Gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. En zoals in het begin, tijdens de schepping, spreekt God hier. Het nieuwe Jeruzalem komt naar beneden en uit de hemel hoort Johannes een luide stem zeggen: “Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.” God zelf zal alle tranen van onze ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn, ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Johannes kan geen tempel in deze nieuwe stad ontdekken. Want de Heer zelf, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. Deze stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. Jezus Christus, het Lam, belooft: “Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. Ik ben de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.”
Wanneer dit zal gebeuren, weten we niet. God bepaalt de tijd.
Van het begin tot het eind van de Bijbel ligt het initiatief bij God. Gezegend Kerstfeest!