Het Onze Vader
Op zondag 24 september sprak Gilbert over het Onze Vader als onderdeel van de Bergrede. Omdat het zo´n belangrijk Bijbelgedeelte is, schrijf ik er ook nog over.
Gilbert benoemde hoe opvallend het was dat Jezus hier sprak over Vader. Dat was geen gewoonte in Israël in die tijd. Het grote gebed dat door de Joden ook nu nog twee maal per dag wordt opgelezen of uit het hoofd zingend wordt gebeden, het Sjema, begint met `Hoor Israël, de HEER, onze God, de HEER is één´. (of de HEER is de enige) Elke dag aanbidt het volk hun HEER met onze God. En dan komt Jezus met onze Vader, in dezelfde context als Hij spreekt over Zijn Vader, waarmee Hij aangeeft de Messias te zijn. Zoals in 2Samuel 7 staat in vers 14 dat God Hem tot een Vader zal zijn en de Messias Hem tot een zoon zal zijn. Het begin is dus al revolutionair en trekt direct de aandacht van de toehoorders.
Het meervoud geeft aan dat het volk zich gezamenlijk tot God richt. Zo zouden wij ook heel bewust bij het woord `onze´ moeten stilstaan als we bidden. We richten ons in verbondenheid met alle christenen tot onze Vader. Bedenk maar hoe indrukwekkend het voor iedereen is om in een grote groep gezamenlijk het Onze Vader te bidden. Dat gevoel van verbondenheid, die eenheid, dat doet wat met ons als bidder. Dat zal ook iets doen met God als de aanbedene. Zijn volk aanbidt Hem gezamenlijk als eenheid.
De volgende zin over het heiligen van de Naam betekent onder andere dat wij door wat we doen, eer bewijzen aan Gods goede Naam, zoals de zin in Mattheus 5:16, de zin van Reconnects oprichting, luidt: Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.
Het koninkrijk is het Koninkrijk der hemelen oftewel Gods heerschappij over de levens van de mensen die Hem als Koning erkennen. Velen dachten toentertijd dat met de komst van de Messias ook het Koninkrijk van God ineens met grote heerlijkheid zou aanbreken. Jezus ontkent dat en doelt veel meer op Gods heerschappij over ons leven, als Koning van ons leven, waardoor Zijn wil kan geschieden, omdat we die, als Zijn volk, doen.
Bij het dagelijks brood dachten de toehoorders direct aan het manna uit de woestijn. God voorziet in wat wij nodig hebben. Daar mogen we Hem zonder schroom voor bidden. We vragen om het brood voor die dag, datgene dat we nu nodig hebben om de dag door te komen. Niet om allerlei rijkdom in de toekomst. Net als het manna, voorziet God in wat we vandaag nodig hebben.
De meer geestelijk ogende vraag om vergeving van onze schulden komt direct na het stoffelijke verzoek om brood. In sommige vertalingen staat `zoals wij anderen hebben vergeven’. Daar zijn veel discussies over geweest jarenlang. Belangrijk is hierbij het verhaal van Jezus waarin een man al zijn schuld wordt kwijtgescholden door de koning, waarna hij als schuldeiser van een kleine schuld, niet zijn hand over zijn hart kan strijken en deze schuld bruut opeist. Als reactie laat de koning hem opsluiten totdat hij zijn gehele, enorme, schuld heeft afbetaald. Zo dienen wij ook onze schuldenaren te vergeven. Onvergevingsgezindheid is een enorme blokkade om zegen te ontvangen en om zelf vergeving van God te ontvangen.
De zin waarin Jezus ons vraagt te bidden om bescherming tegen verzoeking of beproeving, maar verlost te worden van de boze of het kwaad, is voor meerdere uitleg vatbaar. We kunnen het uitleggen als vraag om bescherming tegen de duivel of tegen het kwaad in het algemeen, van de zonde en van mensen die je zouden aanzetten tot zonde. In Psalm 121 staat zo mooi dat de HEER ons zal bewaren voor alle kwaad, dat Hij onze ziel zal bewaren.
Jezus vervolgt met opnieuw een aanbidding aan God aan Wie het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid worden toegedicht.
Afsluitend gebruikt Jezus het woord amen. Dat is héél bijzonder in bijna elke taal hetzelfde en houdt instemming in. Mooi is dat het in het Hebreeuws verwant is aan het woord enoema, trouw, geloof, vertrouwen, en aan het woord emet, waarheid. We zeggen dus aan het eind van ons gebed altijd: hier stem ik mee in. Wat moet het mooi zijn voor God om dat Zijn volk over de hele wereld eenparig te horen zeggen!