“Hoop verloren, al verloren”, zei mijn oma altijd. Als dat het geval was, restte er niets dan wanhoop en verdriet.
Hoop was dat lichtpuntje aan het eind van de tunnel; dat kleine sprankje licht dat zorgde dat niet alles donker was. Hoop was die tak om je aan vast te klampen, hoe fragiel ook. En dat deed ze. Daarom was het ondanks alle tegenslagen en moeilijkheden een hele sterke positieve vrouw. Ze bleef haar leven lang vertrouwen houden dat God bij haar was, zoals in Matteüs 28, alle dagen van haar leven. Toen haar zoon door de Duitsers meegenomen was naar Dresden waar bombardementen werden uitgevoerd, toen haar man stierf en zij met tien kinderen achterbleef zonder inkomen, toen haar dochter ongeneeslijk ziek werd.
Is hoop nu verdienste? Als positivo in het leven staan en daarmee het glas half vol blijven zien, heeft natuurlijk ook met karakter te maken. Als we Bibian Mentel zien léven, ondanks de kanker, zien we een moedige vrouw die leeft met hoop zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Daarentegen stierf de bekende tiener Anne Frank heel tragisch enkele weken voordat de bevrijders kwamen, toen ze alle hoop was verloren na het overlijden van haar zusje Margot.
De betekenis van het woord hoop is in de loop van de jaren steeds meer verschoven naar een wens. De Bijbelse betekenis van hoop is niet een soort ongefundeerde wens dat alles goed gaat. Het Bijbelse woord hoop betekent weten en verwachten. Dat is een heel ander soort hoop.
God is een God van hoop. In Romeinen 15:13 zegt de NBG-vertaling: “De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des heiligen Geestes.” Deze tekst kreeg ik bij mijn belijdenis in 1979. In de Bijbel in Gewone Taal staat: “God geeft ons het vertrouwen dat we gered zullen worden. Ik bid dat hij jullie vreugde en vrede zal geven door jullie geloof in Jezus Christus. Dan zal jullie vertrouwen op God steeds sterker worden, door de kracht van de heilige Geest.”
Hoop heeft te maken met vertrouwen. Wellicht spreekt de nieuwste Bijbelvertaling daarom wel over vertrouwen in plaats van hoop. Misschien dekt het woord vertrouwen tegenwoordig wel beter de lading. Vertrouwen duidt meer op het fundament waarop ons leven gebouwd is. We mogen God vertrouwen, in alle omstandigheden.
Hoop heeft ook met geloof te maken. Geloof in God die nooit laat varen de werken van Zijn hand. Oftewel, die ons nooit in de steek laat, maar alle dagen bij ons is.
We kunnen ons geloof en onze zekerheid baseren op de omstandigheden. Ons werk, ons gezin, onze bezittingen, de veiligheid en vrijheid die we in ons land hebben. Dat kan echter allemaal wegvallen. Eén voor één of soms in één klap. We zien nu met Corona hoe onzeker werk en inkomen kunnen zijn. We zien ook hoe we als gezin ineens voor hele andere uitdagingen staan met thuiswerken en gebrek aan bezigheden en/of inkomen. Er wordt geprotesteerd omdat we delen van onze vrijheid moet inleveren voor onze en andermans veiligheid. De omstandigheden blijken à la minute te kunnen veranderen.
God is onze brenger van hoop. Juist als alles voorbij lijkt. In Jesaja 11:1 wordt gesproken over een twijgje dat opgroeit uit een afgehakte stronk. In de BGT staat: “Zoals uit een oude, omgehakte boom een kleine, nieuwe tak kan groeien, zo zal uit de oude familie van David een nieuwe koning komen. De geest van God zal in hem zijn.” Bij God is het nooit voorbij. Er is altijd die tak Jezus, onze hoop, die al eeuwen daarvoor wordt beloofd.
Ook wij kunnen brengers van hoop zijn. We kunnen getuigen van de hoop die in ons is. Dat is één. We kunnen die hoop ook brengen in allerlei vormen aan de mensen om ons heen voor wie alles voorbij lijkt te zijn. Die alle hoop hebben verloren. Omdat ze financieel aan de grond zitten en er nooit meer uit lijken te komen; hun gezondheid hen in de steek heeft gelaten en nooit meer terug lijkt te komen; ze met mensen niet zo’n band hadden als ze dachten. Kortom, omdat hun zekerheden verdwenen zijn. Materiële zekerheden, relationele zekerheden, lichamelijke zekerheden. Corona heeft in dit opzicht de boel flink door elkaar geschud.
Misschien is dat in deze tijd wel onze uitdaging: hoop en licht doorgeven, dat wij zelf hebben gekregen. Dat kan groot of klein zijn. Variërend van leefgeld voor de komende week, het betalen van een reparatie aan auto of scooter, een appje sturen, even bellen. Een heel klein beetje licht brengen in je eigen omgeving, omdat je mag getuigen van de hoop die in je leeft, zegt 1Petrus 3:15, van degene op wie jij vertrouwt.
Post van Connie Hofstee