Twee maanden geleden kreeg ik aan het eind van de nacht een hevige bloeding. Deze was zo hevig dat ik Richard wakker heb gemaakt, omdat ik niet op de vloer gevonden wilde worden als het te laat was. Wat er aan schade is ontstaan, wordt nu uitgezocht. Dat er schade is ontstaan, heb ik de laatste tijd ondervonden. Zo erg dat de vraag opkwam of het leven zo nog wel leefbaar was. Niet dat ik dood wilde, maar gewoon dat ik geen moed en energie meer had om op deze manier verder te leven. Het idee bij Jezus te mogen zijn, was eigenlijk wel heel aanlokkelijk.
Mensen schrokken daarvan. Daar schijnt nog een groot taboe op te rusten. Verbazingwekkend was, dat de mensen die mij het meest nabij waren, het dichtst bij mij stonden, er het minst moeilijk over deden. Ze zagen mij en mijn strijd en begrepen de moeite en de pijn. Met als alternatief een eind aan die moeite en pijn.
Paulus beschrijft dat in Filippenzen 1:21-25. Hij vertelt dat het veel beter is om bij Christus te zijn. Hij wil het allebei. Het liefst wil hij sterven, zodat hij bij Christus zal zijn. Dat is natuurlijk het beste. Zo simpel beschrijft hij dat. Bij Christus zijn, is natuurlijk het beste. Hij maakt er verder geen woorden over vuil, weidt er niet over uit, meldt het gewoon als iets vanzelfsprekends. Logisch en voor iedereen te snappen. Bij Christus zijn is veel beter dan hier op aarde verder leven.
Ik heb geworsteld met het tweede stuk. Daarin beschrijft Paulus dat het beter is voor de mensen in zijn omgeving dat hij nog blijft leven om hen te steunen. Hij weet dat heel zeker. Zo zeker dat hij aangeeft te zullen blijven leven. Want hun geloof moet groeien en vol vreugde zijn. Dat laatste kwam zo mogelijk nog harder binnen. Te kunnen zeggen dat het beter is voor je omgeving dat je blijft leven, is één, te melden dat dát hun geloof doet groeien en vol vreugde doet zijn, vind ik toch wel een enorme stap twee.
Zover heb ik niet durven gaan. Bij mij hebben artsen in België zich ingespannen met behandeling en medicatie om het leven weer enigszins leefbaar te maken. Dat hebben zij geweldig gedaan. Ik ben niet beter, maar ben iets minder slecht dan de afgelopen weken. Dat maakt de keuze om te blijven leven iets gemakkelijker of minder moeilijk. Ik weet dat mijn omgeving beter af is met een levende Connie dan met een dode Connie. Dat merk ik en dat realiseer ik me terdege. Ik probeer ook de kracht op te brengen om nog een poosje hier op aarde te blijven.
Die laatste zin van Paulus kan ik echter nog niet nazeggen. Ik betwijfel of ik bijdraag aan de groei van hun geloof en of hun geloof mede dankzij mij vol vreugde is. Ik vind dat nogal wat. Paulus moet wel een enorme innerlijke kracht gehad hebben, om dat zo stellig te kunnen beweren. Die kracht had hij niet van zichzelf, dat weten we uit zijn voorgeschiedenis. Hij was best een man met een missie. Eerst om te strijden tegen Christus en later om te strijden voor Christus. Hij kon ook in beide situaties boven zichzelf uit stijgen. Maar de stelligheid om te zeggen dat de verlenging van zijn leven zou zorgen voor de groei van het geloof en het verhogen van de vreugde daarin, is wel van eenzame hoogte. Dat is iets bovenmenselijks. Paulus zou dat niet hebben kunnen zeggen in zijn jonge jaren voordat hij Jezus leerde kennen. Hij wil blijven leven om de anderen te steunen zodat hun geloof zal groeien en vol vreugde zal zijn.
Hij moet dan in zijn verdere leven wel een voorbeeld geweest zijn in het geloof. Hoe anders zou hun geloof door zijn leven kunnen groeien? Uit het verdere leven van Paulus moet iets afgestraald hebben van Jezus zodat hun geloof zou groeien. Jezus moet hem die kracht hebben gegeven die hij nodig had om het leven aan te kunnen en te kunnen wachten met bij Jezus zijn. Dat is een bovenmenselijke kracht. Die kracht kan inderdaad hun geloof hebben doen groeien en vol vreugde laten zijn.
Ik hoop en bid dat ik een mini beetje van die kracht mag krijgen. Of iets meer. In elk geval zoveel dat de mensen om mij heen groeien in hun geloof. Ik bid dat zij Jezus aan het werk mogen zien in mijn leven. Niet door mijn eigen kracht, die is op. Maar door de kracht van Hem waarin ze Zijn liefde en vreugde mogen zien.